HanSei

Kindermishandeling professioneel aanpakken

Kindermishandeling professioneel aanpakken

Het onderzoek van de Kinderombudsman naar de gemeentelijke aanpak van kindermishandeling laat zien dat er nog veel te verbeteren is. Gaat dat lukken? “Naming and shaming” heeft volgens mij geen zin; professionele reflectie wel.

Het zal een mishandeld kind natuurlijk weinig uitmaken hoe het staat met de AMHK-vorming of met de afspraken in “de driehoek” van politie, burgemeester en OM. Zo’n kind wil, denk ik, veilig zijn en goed worden opgevangen en geholpen als dat nodig is. En ik denk dat het kind het allerliefste zou willen dat het nooit mishandeld was.

Zeker bij onderwerpen als mishandeling en suïcidaal gedrag is preventie de hoogste prioriteit. Dit is geen wereldschokkend inzicht; iedere weldenkende beleidsmedewerker zal het belang van preventie bij kindermishandeling onderschrijven. En ondertussen natuurlijk wel hulp bieden waar nodig.

Wat schuurt is dat er toch enorme verschillen bestaan in preventieve inspanningen tussen gemeenten. Daarmee maakt het nogal wat uit waar je woont als kind. Want dat is ook een van de conclusies die uit het onderzoek van de Kinderombudsman te trekken is. Het onderzoek gaat vooral over wat een gemeente doet om te voorkomen dat kinderen mishandeld worden. Dus weten we nog niet veel over hoe de hulp georganiseerd is voor kinderen en gezinnen na mishandeling.

Sukkelende gemeenten

Maar wat zien we bij dat preventieve: sommige gemeenten zijn behoorlijk voortvarend, borgen hun inspanningen in beleidsdocumenten en zorgen voor een goed bereik onder de doelgroepen van hun vaak zorgvuldig gekozen interventies. Andere gemeenten – eigenlijk best veel – sukkelen een beetje. En van bijna de helft van de gemeenten weten we niet eens wat ze doen. Dat is pas echt zorgelijk. Of er ís geen aanpak, of ze willen anderen niet duidelijk maken wat ze doen.

Verlammende reactie

Dat gebrek aan openheid zou best te maken kunnen hebben met angst. Ik ben geen voorstander van “naming and shaming” van gemeenten die achterblijven. Daar kunnen allerlei redenen voor zijn. En kindermishandeling is zo’n gevoelig onderwerp dat mediadruk kan leiden tot een verlammende of defensieve reactie, met als resultaat dat er vervolgens niks gebeurt.

Zelfreflectie blijft, zoals bij elke goede organisatie, structureel op zijn plaats. De beleidsmakers en uitvoerders van een gemeente vormen feitelijk een organisatie. Zowel de kwaliteit van deze organisatie als die van de medewerkers moet wat mij betreft onderwerp van zelfanalyse zijn. De Kinderombudsman spreekt zich uit over de kwaliteit van het beleid en de uitvoering ten aanzien van kindermishandeling. Die kwaliteit moeten we dus blijven volgen.

Leren van elkaar

Het helpt volgens mij om de gemeentelijk beleidsmedewerker net zo te beschouwen als andere professionele beroepsgroepen. Dat is niet vanzelfsprekend. Beleidsmedewerkers vormen geen afgebakende beroepsgroep: ze hebben vaak een verschillende achtergrond en opleiding, spreken geen gemeenschappelijke taal, scholen zich verschillend bij, et cetera. Toch kunnen en moeten ze enorm veel van elkaar leren. En, zoals bij andere professionals, zij kunnen elkaar op de kwaliteit van hun werk aanspreken. Bijvoorbeeld wanneer een gemeente een afgesproken standaard gewoon niet wil halen. Pas dan werken we structureel aan de verbetering van de aanpak kindermishandeling.

De Kinderombudsman kan hierover niet elke week aan de bel trekken; hij heeft al bellen genoeg. Beleidsmedewerkers moeten het aandurven om bij elkaar aan de bel te trekken.

Verder Bericht

Vorige Bericht

Laat een reactie achter

© 2024 HanSei

Thema door Anders Norén